ECLI:NL:CRVB:2014:3527
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- J.N.A. Bootsma
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Eervol ontslag na ernstige verstoring van de arbeidsverhouding door eenzijdige onttrekking aan overeenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, waarin de appellant, werkzaam bij Rijkswaterstaat, eervol ontslag heeft gekregen. De appellant had een maatwerkoplossing aangeboden gekregen van de directeur-generaal van Rijkswaterstaat, waarbij hij per 1 september 2010 eervol ontslag zou krijgen en een schadevergoeding van € 117.300,-. Appellant heeft dit aanbod aanvankelijk geaccepteerd, maar later zijn er verschillende geschillen ontstaan over de hoogte van de schadevergoeding en de voorwaarden van het ontslag. De minister heeft uiteindelijk op 28 januari 2011 besloten om appellant eervol te ontslaan, omdat hij zich meerdere keren eenzijdig had onttrokken aan de gemaakte afspraken, wat leidde tot een ernstige verstoring van de arbeidsverhouding.
De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat er een bindende overeenkomst was ontstaan op 5 mei 2010, die geen ruimte meer liet voor onderhandelingen. De Raad voor de Rechtspraak bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat de handelwijze van appellant, die herhaaldelijk terugkwam op gemaakte afspraken, voldoende grond vormde voor het ontslag. De Raad concludeert dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een toezegging van een schadevergoeding van twee jaarsalarissen en dat hij voldoende inzicht had in de opbouw van de schadevergoeding.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en stelt dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak wordt openbaar gedaan op 30 oktober 2014.