ECLI:NL:CRVB:2014:3430

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 oktober 2014
Publicatiedatum
21 oktober 2014
Zaaknummer
13-3004 VALYS
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van een hoog persoonlijk kilometerbudget voor een gehandicapte reiziger

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 oktober 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van Argonaut Advies B.V. betreffende de afwijzing van haar aanvraag voor een hoog persoonlijk kilometerbudget (pkb). Appellante had op 16 oktober 2012 een aanvraag ingediend bij Argonaut, die op 17 oktober 2012 werd afgewezen. Argonaut stelde dat appellante niet in aanmerking kwam voor het hoog pkb omdat zij in het bezit was van een gehandicaptenparkeerkaart en niet had aangetoond dat zij om medische redenen niet in staat was om met de trein te reizen. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.

Tijdens de zitting op 3 september 2014 was appellante niet aanwezig, maar Argonaut werd vertegenwoordigd door mr. L. Stové en drs. J.D. Reijnen-de Jager. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had overwogen dat Argonaut ervan uit mocht gaan dat appellante bij het reizen met de trein gebruik zou maken van begeleiding. De Raad benadrukte dat het op de weg van appellante ligt om zelf zorg te dragen voor deze begeleiding, vooral in het licht van het Protocol inzake de afhandeling van indicatie aanvragen voor het hoog pkb. Appellante had aangevoerd dat zij door haar lichamelijke aandoening hulp nodig heeft bij toiletbezoek, maar de Raad vond dat Argonaut niet verantwoordelijk was voor het bieden van deze begeleiding.

De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 oktober 2014.

Uitspraak

13/3004 VALYS
Datum uitspraak: 15 oktober 2014
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 17 mei 2013, 12/6601 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats] (appellante)
Argonaut Advies B.V. (Argonaut)
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
Argonaut heeft een verweerschrift ingediend.
Appellante heeft een reactie op het verweerschrift gegeven.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 september 2014. Appellante is, met bericht, niet verschenen. Argonaut heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L. Stové en drs. J.D. Reijnen-de Jager, werkzaam als arts bij Argonaut.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellante heeft op 16 oktober 2012 bij Argonaut een voorziening aangevraagd in de vorm van een hoog persoonlijk kilometerbudget (hoog pkb).
1.2.
Bij besluit van 17 oktober 2012 heeft Argonaut de aanvraag afgewezen.
1.3.
Bij besluit van 19 november 2012 (bestreden besluit) heeft Argonaut het bezwaar tegen het besluit van 17 oktober 2012 ongegrond verklaard. Daaraan is, onder verwijzing naar een advies van de bezwaararts van Argonaut, primair ten grondslag gelegd dat appellante niet in aanmerking komt voor een hoog pkb aangezien zij in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart bestuurder. Subsidiair is daaraan ten grondslag gelegd dat appellante niet in aanmerking komt voor een hoog pkb aangezien niet is gebleken dat zij om medische of ergonomische redenen niet in staat is om met de trein te reizen.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Daarbij heeft de rechtbank ten eerste overwogen dat Argonaut de weigering van een hoog pkb ten onrechte heeft gebaseerd op de omstandigheid dat appellante in het bezit is van een geldige gehandicaptenparkeerkaart, nu zij niet meer over een auto beschikt. De rechtbank heeft wel het subsidiaire standpunt van Argonaut onderschreven en daartoe samengevat het volgende overwogen. Appellante heeft geen medische informatie in het geding gebracht waaruit blijkt dat zij vanwege ergonomische dan wel chronische medische beperkingen, ook niet met gebruikmaking van hulpmiddelen en begeleiding, niet in staat is met de trein te reizen. Argonaut mag er voorts van uit gaan dat appellante bij het reizen zo nodig gebruik maakt van individuele begeleiding of begeleiding door
NS-reizigersassistentie. In het licht van de beperkte strekking van het Protocol inzake de afhandeling van indicatie aanvragen hoog persoonlijk kilometerbudget Bovenregionaal Vervoer Gehandicapten, versie 1 oktober 2007 (Protocol), ligt het op de weg van appellante om te zorgen voor dergelijke begeleiding.
3.1.
Appellante kan zich met de aangevallen uitspraak niet verenigen en heeft samengevat het volgende aangevoerd. Zij draagt in verband met haar lichamelijke aandoening, een hematoom, een zogenaamde steunbroek die haar beperkt in haar bewegingen. Bij een toiletbezoek kan zij deze steunbroek moeilijk naar beneden krijgen en het zelf optrekken van de steunbroek is onmogelijk, zodat zij daarbij hulp nodig heeft. Als zij met de trein naar haar broer in [plaatsnaam] zou gaan en van het toilet gebruik moet maken, zou zij de conducteur in de trein moeten vragen haar te helpen en dat vindt zij te ver gaan. Met de Valystaxi gaat de reis veel sneller zodat toiletbezoek onderweg niet nodig zal zijn.
3.2.
Argonaut heeft in het verweerschrift onder andere naar voren gebracht dat zij ervan uit mag gaan dat appellante bij het reizen zo nodig gebruik maakt van begeleiding door
NS-assistentieverlening of van eigen begeleiding. Deze eigen begeleiding kan appellante helpen indien zij van het toilet gebruik moet maken.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
De Raad kan zich geheel verenigen met het oordeel van de rechtbank en de overwegingen die tot dat oordeel hebben geleid. De rechtbank heeft terecht overwogen dat Argonaut ervan uit mag gaan dat appellante bij het reizen met de trein zo nodig gebruik maakt van begeleiding en dat het in het licht van de beperkte strekking van het Protocol op haar weg ligt om zelf te zorgen voor dergelijke begeleiding (zie bijvoorbeeld ook CRvB 17 november 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BK5719). Deze begeleiding kan appellante zo nodig helpen bij het gebruik van het toilet.
4.2.
Dit betekent dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door R.M. van Male, in tegenwoordigheid van D. van Wijk als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 15 oktober 2014.
(getekend) R.M. van Male
(getekend) D. van Wijk

RH