ECLI:NL:CRVB:2014:3430
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van een hoog persoonlijk kilometerbudget voor een gehandicapte reiziger
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 oktober 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van Argonaut Advies B.V. betreffende de afwijzing van haar aanvraag voor een hoog persoonlijk kilometerbudget (pkb). Appellante had op 16 oktober 2012 een aanvraag ingediend bij Argonaut, die op 17 oktober 2012 werd afgewezen. Argonaut stelde dat appellante niet in aanmerking kwam voor het hoog pkb omdat zij in het bezit was van een gehandicaptenparkeerkaart en niet had aangetoond dat zij om medische redenen niet in staat was om met de trein te reizen. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
Tijdens de zitting op 3 september 2014 was appellante niet aanwezig, maar Argonaut werd vertegenwoordigd door mr. L. Stové en drs. J.D. Reijnen-de Jager. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had overwogen dat Argonaut ervan uit mocht gaan dat appellante bij het reizen met de trein gebruik zou maken van begeleiding. De Raad benadrukte dat het op de weg van appellante ligt om zelf zorg te dragen voor deze begeleiding, vooral in het licht van het Protocol inzake de afhandeling van indicatie aanvragen voor het hoog pkb. Appellante had aangevoerd dat zij door haar lichamelijke aandoening hulp nodig heeft bij toiletbezoek, maar de Raad vond dat Argonaut niet verantwoordelijk was voor het bieden van deze begeleiding.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 oktober 2014.