ECLI:NL:CRVB:2014:3428
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van hulp bij het huishouden op basis van de Wmo en de Richtlijn van de gemeente Stein
In deze zaak gaat het om de vaststelling van de omvang van de aan appellante toegekende hulp bij het huishouden op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg. De rechtbank had eerder het beroep van appellante tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Stein ongegrond verklaard. Appellante ontving aanvankelijk hulp voor vier uur en 30 minuten per week, maar na een herbeoordeling door het college op basis van een nieuwe richtlijn, werd dit verlaagd naar twee uur en 45 minuten per week. Appellante betwistte deze verlaging en voerde aan dat de richtlijn niet op een deskundige manier was opgesteld en dat de normtijden onterecht waren afgeleid van de schoonmaakbranche. Tijdens de zitting verklaarde de echtgenoot van appellante dat met de toegekende hulp geen taken blijven liggen, wat de Raad leidde tot de conclusie dat de hulp toereikend was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college zijn compensatieverplichting was nagekomen. De Raad oordeelde dat er geen reden was om het college niet te volgen in zijn standpunt dat de toegekende hulp voldoende tegemoetkwam aan de individuele omstandigheden van appellante en haar echtgenoot. De uitspraak werd gedaan op 15 oktober 2014.