ECLI:NL:CRVB:2014:3363
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het buiten behandeling stellen van aanvragen om bijstand op grond van ontbrekende gegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland. De appellant had aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand en algemene bijstand op respectievelijk 17 februari en 17 april 2012. Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft deze aanvragen buiten behandeling gesteld omdat de appellant niet of niet volledig de gevraagde aanvullende gegevens heeft verstrekt. De rechtbank heeft de beroepen van de appellant tegen deze besluiten ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant op meerdere momenten is verzocht om aanvullende gegevens, maar dat hij deze niet binnen de gestelde termijnen heeft aangeleverd. De Raad heeft de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in overweging genomen, met name artikel 4:5, dat bestuursorganen de bevoegdheid geeft om aanvragen niet te behandelen indien de verstrekte gegevens onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag. De Raad heeft geoordeeld dat het college terecht gebruik heeft gemaakt van deze bevoegdheid.
De appellant heeft aangevoerd dat hij zich herhaaldelijk bij de gemeente heeft gemeld en dat hij om uitstel heeft gevraagd, maar de Raad heeft geconcludeerd dat er geen bewijs is dat de appellant daadwerkelijk om een nieuwe termijn heeft verzocht. Ook zijn argument dat hij de ontbrekende gegevens in de bezwaarfase alsnog heeft overgelegd, werd door de Raad verworpen, omdat dit niet relevant is voor de beoordeling van de oorspronkelijke aanvragen.
De Raad heeft de beroepsgronden van de appellant, waaronder de claim dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn psychische toestand, niet gegrond verklaard. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de appellant niet voldoende had onderbouwd dat hij niet in staat was om op de verzoeken van het college te reageren. Uiteindelijk heeft de Raad de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.