ECLI:NL:CRVB:2014:3355
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- J.F. Bandringa
- W.F. Claessens
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet gemelde werkzaamheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, die meer uren bij een pizzeria heeft gewerkt dan hij heeft opgegeven. Appellant ontving sinds 6 maart 2009 bijstand ingevolge de WWB, samen met zijn partner. In 2010 meldde hij aan het college dat hij werk had gevonden als oproepbezorger bij de pizzeria, maar hij heeft geen administratie bijgehouden van zijn gewerkte uren en fooien. Dit leidde tot een onderzoek door de Sociale Recherche, die constateerde dat appellant meer uren werkte dan hij had opgegeven. Het college heeft daarop de bijstand van appellant over een bepaalde periode ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de waarnemingen een inbreuk op zijn privéleven vormden en dat er geen gegrond vermoeden van fraude was. De Raad oordeelde echter dat de melding van de inspecteur van het Uwv voldoende grond bood voor de waarnemingen en dat deze noodzakelijk waren om vast te stellen of appellant meer uren werkte. De Raad concludeerde dat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden en dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij recht had op volledige of aanvullende bijstand. De aangevallen uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.