ECLI:NL:CRVB:2014:3352
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- J.F. Bandringa
- W.F. Claessens
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand door het niet regelen van kinderopvang en deelname aan re-integratietraject
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de weigering van bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) aan een alleenstaande moeder, die zich had gemeld voor bijstand maar weigerde kinderopvang te regelen en deel te nemen aan een re-integratietraject. De betrokkene, geboren in 1986, had zich op 16 maart 2012 gemeld voor bijstand en was moeder van twee jonge kinderen. Tijdens gesprekken met de klantmanager gaf zij aan dat zij zelf voor haar kinderen wilde zorgen en geen kinderopvang wilde zoeken. Ondanks dat zij instemde met inspanningsverplichtingen, bleek zij niet bereid om de noodzakelijke stappen te ondernemen om aan de voorwaarden voor bijstand te voldoen.
Het college van burgemeester en wethouders van Spijkenisse heeft op 16 mei 2012 de aanvraag om bijstand afgewezen, omdat de betrokkene niet voldeed aan de verplichtingen zoals vastgelegd in artikel 9 van de WWB. De rechtbank heeft het beroep van de betrokkene tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep voerden de erven van de betrokkene aan dat zij nooit expliciet had aangegeven niet bereid te zijn deel te nemen aan een re-integratietraject. De Raad oordeelde echter dat de betrokkene door haar gedrag en houding ondubbelzinnig had laten blijken dat zij de verplichtingen niet wilde nakomen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van alleenstaande ouders om zorg te dragen voor hun eigen financiële onafhankelijkheid en de noodzaak om aan de voorwaarden voor bijstand te voldoen.