ECLI:NL:CRVB:2014:3143
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om kwijtschelding van bijstandsverplichting door college van burgemeester en wethouders van Oldambt
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, vertegenwoordigd door mr. A.Z. van Braam, had hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om kwijtschelding van een bijstandsverplichting door het college van burgemeester en wethouders van Oldambt. De achtergrond van de zaak gaat terug naar een besluit van 17 februari 1999, waarbij de bijstand van de appellant over een bepaalde periode werd herzien en teruggevorderd. In 2012 verzocht de appellant om kwijtschelding van het restant van de vordering, maar dit verzoek werd afgewezen omdat niet voldaan zou zijn aan de voorwaarden van de Beleidsregels terugvordering WWB.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep stelde de appellant dat hij wel degelijk voldeed aan de voorwaarden van de Beleidsregels en dat het college niet conform het gevoerde beleid had beslist. De Raad overwoog dat de bevoegdheid om af te zien van terugvordering is vastgelegd in de Beleidsregels en dat de vordering van het college op de appellant als een fraudevordering moet worden beschouwd. De Raad concludeerde dat het college het bestreden besluit in overeenstemming met het beleid had genomen en dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde. De aangevallen uitspraak werd bevestigd.
De uitspraak werd gedaan door Y.J. Klik, met C.E.M. van Paddenburgh als griffier. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.