ECLI:NL:CRVB:2014:3127
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van tegemoetkoming in verhuiskosten op basis van non-coöperatie bij medisch onderzoek
In deze zaak heeft appellante een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het college van burgemeester en wethouders van Heerlen heeft deze aanvraag afgewezen, omdat appellante geen aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek ondervond bij het normale gebruik van haar woning. Appellante heeft vervolgens bezwaar gemaakt, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak geoordeeld dat het college onvoldoende onderbouwing had voor de afwijzing, maar heeft de rechtsgevolgen van het besluit in stand gelaten vanwege de non-coöperatieve houding van appellante. Appellante had drie afspraken voor een medisch onderzoek bij de GGD Zuid Limburg afgezegd zonder geldige redenen.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak opnieuw beoordeeld. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet heeft meegewerkt aan de totstandkoming van een GGD-advies, wat essentieel was voor het verkrijgen van de gevraagde tegemoetkoming. De Raad concludeert dat er geen medische informatie beschikbaar was die aantoonde dat appellante beperkingen ondervond, en dat het college gerechtigd was om de aanvraag af te wijzen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellante af. Er zijn geen proceskosten toegewezen, aangezien er geen aanleiding voor veroordeling was.