ECLI:NL:CRVB:2014:3089
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Toepassing korting op pensioen en afwijzing herzieningsverzoek door de Sociale verzekeringsbank
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de korting op het pensioen van appellant ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW). Appellant, geboren op 10 april 1933, had in 1998 een AOW-pensioen toegekend gekregen, maar was niet verzekerd geacht voor bepaalde periodes waarin hij in het buitenland woonde. In 2012 verzocht hij om herziening van de korting op zijn pensioen, maar de Sociale verzekeringsbank (Svb) wees dit verzoek af, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren.
De rechtbank Den Haag had eerder de afwijzing van de Svb bevestigd, waarop appellant in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 27 juni 2014 heeft appellant zijn standpunt herhaald dat hij in de betwiste periodes in Nederland heeft gewoond en gewerkt. De Svb heeft echter verklaard dat het bestreden besluit niet wordt gehandhaafd voor bepaalde periodes, maar dat de korting op het AOW-pensioen van appellant in verband met de periode van 7 september 1993 tot 3 maart 1998 wel aan de orde blijft.
De Raad heeft overwogen dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de betwiste periode een duurzame band met Nederland heeft behouden. De Raad concludeert dat de Svb bevoegd was om de aanvraag om herziening af te wijzen en dat de korting op het AOW-pensioen van appellant per 15 augustus 2012 op 8% moet worden vastgesteld. Tevens heeft de Raad de Svb veroordeeld tot het betalen van wettelijke rente over de na te betalen uitkering. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en het beroep van appellant is gegrond verklaard.