ECLI:NL:CRVB:2014:305
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- J.F. Bandringa
- E.C.R. Schut
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstand op basis van de Wet werk en bijstand en de inlichtingenverplichting van de aanvrager
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond. De appellant had een aanvraag om bijstand ingediend op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en kreeg bijstand toegekend voor de periode van 5 januari 2010 tot 12 oktober 2010. Het college van burgemeester en wethouders van Venlo had echter vastgesteld dat het recht op bijstand over de periode van 12 oktober 2010 tot 1 juni 2011 niet kon worden vastgesteld, omdat de appellant niet alle gevraagde bankafschriften had overgelegd en niet kon aantonen hoe hij in die periode in zijn levensonderhoud had voorzien.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarop de appellant in hoger beroep ging. De Raad overwoog dat de appellant niet aan zijn inlichtingenverplichting had voldaan, zoals vastgelegd in artikel 17 van de WWB. De Raad benadrukte dat het essentieel is dat de aanvrager de benodigde gegevens overlegt voor een goede beoordeling van de aanvraag. De appellant had niet alle bankafschriften over de relevante periode overgelegd en kon niet aantonen hoe hij in zijn levensonderhoud had voorzien. De Raad concludeerde dat het college terecht had vastgesteld dat de appellant niet in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en wees het hoger beroep van de appellant af. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 februari 2014.