Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die als schoonmaakster werkte, was op 6 november 2009 uitgevallen vanwege nekklachten en klachten aan haar rechterschouder. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde op 19 augustus 2011 een WIA-uitkering aan appellante toe te kennen, omdat haar arbeidsongeschiktheid minder dan 35% zou zijn. Dit besluit werd door de rechtbank in een eerdere uitspraak bevestigd.
Appellante was het niet eens met deze beslissing en stelde dat de rechtbank haar taak had veronachtzaamd door geen eigen objectief onderzoek naar de medische feiten in te stellen. In hoger beroep herhaalde zij dat haar gezondheidsklachten haar belemmerden om arbeid te verrichten. Het Uwv daarentegen pleitte voor bevestiging van de eerdere uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat er geen aanknopingspunten zijn om het medisch standpunt van het Uwv voor onjuist te houden. De Raad oordeelde dat de klachten van appellante, waaronder duizeligheid, voldoende waren onderkend en dat er geen objectieve medische gegevens waren om verdergaande beperkingen aan te nemen. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees het verzoek om schadevergoeding af, waarbij ook geen aanleiding bestond voor een proceskostenveroordeling.