ECLI:NL:CRVB:2014:3
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Intrekking van hoger beroep en proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep onder zaaknummer 11/7025 WW. De appellant, vertegenwoordigd door mr. A. Boumanjal, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht van 25 oktober 2011. Het hoger beroep werd ingetrokken omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 22 oktober 2013 aan de bezwaren van de appellant tegemoet was gekomen. De Raad heeft vastgesteld dat de intrekking van het beroep plaatsvond op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat het bestuursorgaan op verzoek van de indiener kan worden veroordeeld in de kosten indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener is tegemoetgekomen.
De Raad heeft de proceskosten van de appellant beoordeeld, die in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs zijn gemaakt. De kosten werden begroot op € 472,- voor verleende rechtsbijstand in beroep en € 944,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep. De totale proceskosten die het Uwv aan de appellant moest vergoeden, werden vastgesteld op € 1416,-. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter B.M. van Dun en griffier T. Hemelrijk-van den Oudenalder.