ECLI:NL:CRVB:2014:2956
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-verschoonbare termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M.P. Santokhi, had hoger beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage. De rechtbank had het beroep van de appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, omdat het bezwaar van de appellant wegens niet-verschoonbare termijnoverschrijding niet-ontvankelijk was verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en dat het college op 28 januari 2011 had besloten de bijstand per 1 februari 2011 te beëindigen. Het bezwaar van de appellant tegen dit besluit werd niet-ontvankelijk verklaard omdat hij de gronden van het bezwaar niet tijdig had ingediend. De Raad heeft de argumenten van de appellant beoordeeld, waaronder de stelling dat de rechtbank buiten haar bevoegdheden was getreden door de ontvankelijkheid van het bezwaar ambtshalve te beoordelen.
De Raad heeft geconcludeerd dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt en dat deze termijn was aangevangen op 1 februari 2011, na de verzending van het besluit. Het bezwaarschrift van de appellant was pas op 21 maart 2011 ontvangen, wat buiten de termijn viel. De Raad heeft geen redenen gevonden om de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar als verschoonbaar te beschouwen. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de schadevergoeding die de appellant had verzocht, niet voortvloeide uit de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar, maar uit de beëindiging van de bijstand.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, waarbij de proceskosten niet zijn toegewezen.