ECLI:NL:CRVB:2014:2870
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering studiefinanciering wegens niet juiste inschrijving in de GBA
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van studiefinanciering door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Appellant, die studiefinanciering ontving op basis van de Wet studiefinanciering 2000, werd door de Minister vanaf 1 september 2011 als uitwonende student aangemerkt. Echter, bij een controle op zijn inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) bleek dat hij van 1 januari 2012 tot 8 april 2012 niet correct was ingeschreven op zijn feitelijke woonadres in Zwolle, maar nog onder het adres van zijn ouders in Joure. De Minister herzag de studiefinanciering naar de norm voor een thuiswonende student en vorderde de teveel betaalde studiefinanciering terug.
Appellant stelde dat hij wel degelijk op het adres in Zwolle woonde en dat hij had geprobeerd zijn adreswijziging tijdig door te geven aan de gemeente, maar dat dit niet goed was gegaan. De rechtbank Overijssel verklaarde het beroep van appellant ongegrond, en appellant ging in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de inschrijving in de GBA bepalend is voor de status van de student en dat appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor een uitwonendenbeurs. De Raad concludeerde dat de Minister geen aanleiding had om de hardheidsclausule toe te passen, omdat appellant zelf verantwoordelijk was voor zijn inschrijving en niet voldoende inspanningen had geleverd om dit tijdig te regelen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak werd openbaar gedaan op 27 augustus 2014.