Uitspraak
31 augustus 2012, 12/1471 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
2 juli 2012 erop heeft gewezen dat Van Rijn behandelend psycholoog en daarmee een
niet-medicus is, die niet bevoegd is om medische diagnoses te stellen. De Raad ziet geen reden het Uwv hierin niet te volgen. De stelling van appellant dat aan het rapport van Van Laarhoven vanwege de gestelde taalbarrière geen waarde kan worden gehecht, wordt niet gevolgd. Daartoe wordt overwogen dat appellant als zevenjarige naar Nederland is gekomen, zonder doublures het lager onderwijs heeft doorlopen, een LTS-opleiding heeft gevolgd en vanaf 1998 heeft gewerkt. De stelling dat de Nederlandse taalbeheersing van appellant zo gebrekkig is dat hierdoor aan de waarde van het rapport van Van Laarhoven zou moeten worden getwijfeld, wordt daarom onwaarschijnlijk geacht. Bovendien had het op de weg van appellant gelegen om, indien gewenst, de aanwezigheid van een tolk bij Van Laarhoven aan te kaarten. Daarvan is niet gebleken. Verder wordt appellant niet gevolgd in zijn stelling, dat een urenbeperking aan de orde zou zijn. Overwogen wordt dat niet de subjectieve klachtenbeleving doorslaggevend is, maar objectief medische bevindingen. De bezwaarverzekeringsarts heeft terecht het standpunt ingenomen dat uit de beschikbare medische gegevens de noodzaak van een urenbeperking niet kan worden afgeleid.