ECLI:NL:CRVB:2014:2759
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.J.A. Kooijman
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een ambtenaar wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid bij de Universiteit Twente
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar, appellante, die in dienst was van de Universiteit Twente. Appellante was sinds 1978 werkzaam bij de universiteit en vervulde sinds 1982 de functie van vakgroepsecretaresse. In 2008 werd appellante geconfronteerd met onvrede over haar functioneren, wat leidde tot meerdere beoordelingen. Ondanks haar inspanningen om haar functioneren te verbeteren, bleven er twijfels bestaan over haar geschiktheid voor de functie. In 2010 werd besloten om een informeel traject te starten om andere passende werkzaamheden voor appellante te vinden, maar dit resulteerde niet in een herplaatsing. Uiteindelijk verleende het College van Bestuur van de Universiteit Twente in januari 2012 eervol ontslag aan appellante, met de reden dat zij onbekwaam of ongeschikt was voor haar functie en er geen andere passende werkzaamheden beschikbaar waren. Appellante ging in beroep tegen dit ontslag, maar de rechtbank verklaarde haar beroep ongegrond. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak beoordeeld. De Raad oordeelde dat het College van Bestuur voldoende had onderzocht of er andere passende werkzaamheden voor appellante beschikbaar waren en dat het ontslag op redelijke gronden was gebaseerd. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, met verbetering van gronden, en oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat er voor haar passende functies waren die niet waren aangeboden. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak.