Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevallen;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 augustus 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de weigering van zijn WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die sinds 1 december 2000 als procesoperator werkte, meldde zich op 28 september 2009 ziek vanwege psychische klachten. Na een onderzoek door een verzekeringsarts van het Uwv op 7 juli 2011, werd vastgesteld dat appellant een paranoïde persoonlijkheid had, maar dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Dit leidde tot de beslissing van het Uwv om appellant per 26 september 2011 geen WIA-uitkering toe te kennen.
Appellant ging in bezwaar tegen deze beslissing, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt. De rechtbank 's-Hertogenbosch verklaarde het beroep van appellant gegrond, maar liet de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand. Appellant ging vervolgens in hoger beroep, waarbij hij stelde dat zijn psychische beperkingen waren onderschat en dat er ten onrechte geen duurbeperking was aangenomen. De Raad oordeelde dat het Uwv zorgvuldig had gehandeld en dat de medische rapporten voldoende onderbouwd waren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellant geschikt was voor de geselecteerde functies, waarbij zijn arbeidsongeschiktheid terecht op minder dan 35% was vastgesteld.
De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en bevestigde de aangevallen uitspraak, waarbij het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.