ECLI:NL:CRVB:2014:2734
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van geschiktheid voor maatgevende arbeid en medische grondslag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 augustus 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De zaak betreft de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, die stelt dat zij niet in staat is om haar maatgevende arbeid als datatypiste uit te voeren. Het Uwv had eerder besloten dat appellante per 4 juli 2011 geschikt was voor haar werk bij ABN AMRO Bank, wat leidde tot het indienen van bezwaar door appellante. De rechtbank heeft het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij zij het medische onderzoek door de verzekeringsartsen als zorgvuldig heeft beoordeeld.
Appellante heeft in hoger beroep haar standpunt herhaald en betoogd dat de verzekeringsartsen haar medische klachten onzorgvuldig hebben vastgesteld. Ze heeft aanvullende medische informatie overgelegd, waaruit blijkt dat zij lijdt aan rugklachten en een ernstige depressieve stoornis. De Raad heeft echter geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen de juiste conclusies hebben getrokken over de functionele mogelijkheden van appellante. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank onderschreven en vastgesteld dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van de arbeidskundige onderbouwing van het bestreden besluit.
De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de verklaringen van appellante over de aard en zwaarte van haar werk als datatypiste van groot belang zijn. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gedaan.