ECLI:NL:CRVB:2014:2681
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- J.N.A. Bootsma
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Onvoorwaardelijk ontslag van politieambtenaar wegens plichtsverzuim en valse bekeuringen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een politieambtenaar die onvoorwaardelijk ontslagen is wegens plichtsverzuim. De appellante, die sinds 1991 als parkeercontroleur en later als politiesurveillant werkzaam was, heeft herhaaldelijk haar auto geparkeerd in vergunninghoudergebieden zonder de benodigde vergunning. Na meldingen van omwonenden heeft de politie een onderzoek ingesteld, waaruit bleek dat appellante valse bekeuringen had uitgeschreven om zo bekeuringen te ontlopen. De korpschef heeft haar op 12 december 2011 een disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag opgelegd, welke beslissing in hoger beroep werd aangevochten.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de korpschef zorgvuldig heeft gehandeld in het onderzoek naar het plichtsverzuim. De appellante heeft aangevoerd dat haar gedrag voortkwam uit persoonlijke omstandigheden, waaronder een medische aandoening, en dat zij niet op de hoogte was van de ernst van haar handelen. De Raad oordeelt echter dat het ontslag niet onevenredig is, gezien de ernst van de overtredingen en het vertrouwen dat de korpschef en de burger in de politie moeten kunnen hebben. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter, die het beroep tegen het ontslag ongegrond had verklaard.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van politieambtenaren en de noodzaak van integriteit binnen de politieorganisatie. De Raad concludeert dat de korpschef terecht heeft besloten tot ontslag, en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.