ECLI:NL:CRVB:2014:2547
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Kostenvergoeding voor hoorzitting in bezwaar bij WWB-uitkering
Op 29 juli 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een appellant die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Almere had de bijstandsverlening van de appellant opgeschort en later ingetrokken. De rechtbank had het beroep van de appellant gegrond verklaard en de besluiten van het college vernietigd, maar had verzuimd om een kostenvergoeding toe te kennen voor de hoorzitting die had plaatsgevonden.
In hoger beroep heeft de appellant aangevoerd dat hij te weinig kostenvergoeding had ontvangen, omdat er geen punt was toegekend voor de hoorzitting. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de voorwaarden voor een kostenvergoeding zijn voldaan, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit proceskosten bestuursrecht. De Raad heeft geoordeeld dat het college verzuimd had om een procespunt toe te kennen voor het verschijnen op de hoorzitting, wat in strijd is met de geldende regels.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd voor zover het betreft de kostenvergoeding voor de hoorzitting en heeft het college veroordeeld tot betaling van € 487,- aan de appellant. Daarnaast is het college ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de appellant in hoger beroep, eveneens ter hoogte van € 487,-, en tot vergoeding van het griffierecht van € 118,-. Deze uitspraak benadrukt het belang van een correcte toekenning van procespunten in bestuursrechtelijke procedures.