ECLI:NL:CRVB:2014:2538
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Beroep op vertrouwensbeginsel en zorgvuldigheidsbeginsel in pensioenkwestie van gewezen wethouder
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juli 2014 uitspraak gedaan in het beroep van een gewezen wethouder, appellante, tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland. Appellante had beroep ingesteld tegen het besluit van 17 juli 2012, waarin haar pensioen was vastgesteld op € 654,92 per maand. Appellante stelde dat zij op basis van eerdere pensioenopgaven en informatie van het college gerechtvaardigde verwachtingen had gewekt over een hoger pensioenbedrag. De Raad oordeelde dat voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel een ondubbelzinnige toezegging van het bevoegde orgaan vereist is, wat in dit geval niet aanwezig was. De verstrekte informatie bevatte voorbehouden en kon niet worden gelijkgesteld aan een toezegging die rechten zou scheppen.
Daarnaast werd het beroep op het zorgvuldigheidsbeginsel afgewezen. De Raad stelde vast dat, hoewel de informatieverstrekking gebreken vertoonde, het uiteindelijke pensioenbedrag correct was vastgesteld. De Raad concludeerde dat het college in beginsel gehouden is om fouten in besluitvorming te herstellen en dat appellante niet kon worden gevolgd in haar stelling dat het besluit onzorgvuldig was. De uitspraak bevestigde dat het besluit van 17 juli 2012 terecht was gehandhaafd en dat appellante niet tekort was gedaan met de toegekende coulancevergoeding.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het beroep ongegrond, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.