ECLI:NL:CRVB:2014:2427
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- E.W. Akkerman
- Rechtspraak.nl
Herziening van kinderbijslag op basis van woonadres en gezinsverband
In deze zaak gaat het om de herziening van de kinderbijslag voor appellanten, die tweevoudige kinderbijslag ontvingen voor hun kind, [naam kind A], geboren in 1991. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) heeft vastgesteld dat [naam kind A] bij haar moeder in Marokko woonde, wat leidde tot de conclusie dat appellanten geen recht hadden op tweevoudige kinderbijslag. De Svb baseerde zich op rapporten van de sociaal attaché, die onderzoek heeft gedaan naar de woon- en leefsituatie van [naam kind A]. De rechtbank Utrecht had eerder het bezwaar van appellanten ongegrond verklaard, wat hen noopte tot hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 4 juli 2014 behandeld. Appellanten voerden aan dat de rapporten van de sociaal attaché geen consistent beeld opleverden en dat de brief van 27 maart 2009 als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moest worden aangemerkt. De Raad oordeelde dat de Svb voldoende bewijs had geleverd dat [naam kind A] in de relevante periode bij haar moeder woonde, en dat de rapporten van de sociaal attaché voldoende grondslag boden voor de herziening van de kinderbijslag. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen recht op tweevoudige kinderbijslag bestond.
De Raad benadrukte dat de bewijslast bij de Svb lag en dat de verklaringen van [naam kind A] en de bevindingen van de sociaal attaché doorslaggevend waren. De Raad concludeerde dat de eerdere beslissing van de rechtbank correct was en dat het hoger beroep van appellanten niet slaagde. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 4 juli 2014, waarbij de Raad geen aanleiding zag voor een proceskostenveroordeling.