ECLI:NL:CRVB:2014:2420
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- R. Kooper
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over functieonderhoud in het kader van de Politiewet 2012
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 17 juli 2014, wordt het hoger beroep van appellant tegen de korpschef van politie behandeld. De zaak betreft een verzoek om functieonderhoud op basis van de Tijdelijke regeling functieonderhoud politie (Trfp). Appellant, werkzaam als [functie B.] en [functie C.], had op 18 mei 2011 een aanvraag ingediend voor functieonderhoud, welke op 21 december 2011 werd afgewezen. De korpschef had het bezwaar tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, maar de rechtbank Oost-Nederland oordeelde dat de korpschef de aanvraag ten onrechte had getoetst aan de functie van [functie A.]. De rechtbank vernietigde het besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand.
In hoger beroep werd de vraag aan de orde gesteld of de werkzaamheden van appellant als [functie C.] onder de functiebeschrijving van [functie B.] konden worden gebracht. De Raad concludeert dat appellant gedurende meer dan een jaar wezenlijk afwijkende werkzaamheden heeft verricht, die niet door de functiebeschrijving van [functie D.] of [functie A.] worden gedekt. De Raad oordeelt dat de korpschef een nieuw besluit moet nemen, waarin het gebrek in het bestreden besluit wordt hersteld. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte functietoewijzing en de noodzaak om functieonderhoud te erkennen wanneer de werkzaamheden wezenlijk afwijken van de oorspronkelijke functiebeschrijving.