ECLI:NL:CRVB:2014:236
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- W.F. Claessens
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstand en terugvordering kosten bijstand appellanten
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstand van appellanten over de maand augustus 2009 en de terugvordering van de gemaakte kosten van bijstand. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de intrekking en terugvordering niet in stand kunnen blijven, omdat de rechtbank dit niet onderkend heeft. De Raad verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit van het dagelijks bestuur, dat de bijstand over augustus 2009 introk op basis van ondeugdelijke gronden. De Raad herroept het besluit van 14 juli 2010, dat de bijstand over augustus 2009 introk, omdat het dagelijks bestuur niet aannemelijk heeft gemaakt dat het gebrek in het besluit hersteld kan worden. De Raad draagt het dagelijks bestuur op om een nieuwe berekening van het terug te vorderen bedrag te maken over de periode van 1 september 2009 tot en met 31 maart 2010. De Raad heeft onvoldoende financiële gegevens om zelf in de zaak te voorzien en ziet af van de toepassing van de bestuurlijke lus, omdat het gaat om een financiële uitwerking die naar verwachting geen discussie zal opleveren. De Raad veroordeelt het dagelijks bestuur in de proceskosten van appellanten, die begroot worden op € 2.832,-. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken op 14 januari 2014.