ECLI:NL:CRVB:2014:2335
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 9 juli 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/953 ZW. Het hoger beroep was ingesteld door appellante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 23 januari 2014. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellante niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 122,- heeft betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het betalen van griffierecht een vereiste voor de ontvankelijkheid van het beroep. Appellante is in februari 2014 op de hoogte gesteld van de betalingsverplichting en heeft in maart 2014 een herinnering ontvangen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan.
De Raad heeft geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. Gezien het feit dat het griffierecht niet tijdig is betaald, heeft de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door J.S. van der Kolk, met K.R. van Renswoude als griffier. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.