Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, die als schoonmaakster werkte en haar werkzaamheden op 24 april 2009 heeft gestaakt vanwege psychische en lichamelijke klachten. Appellante diende op 18 januari 2011 een aanvraag in voor een WIA-uitkering, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) concludeerde op basis van medisch onderzoek dat zij op 22 april 2011 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Dit besluit werd door het Uwv in een bestreden besluit van 31 januari 2012 gehandhaafd, waarop appellante in beroep ging bij de rechtbank Utrecht. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarbij zij het rapport van de bezwaarverzekeringsarts als doorslaggevend beschouwde.
In hoger beroep voerde appellante aan dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de bezwaarverzekeringsarts voldoende rekening had gehouden met haar psychische en lichamelijke beperkingen. Appellante overhandigde medische informatie van haar huisarts en een reumatoloog ter ondersteuning van haar standpunt. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen niet onzorgvuldig was en dat de bezwaarverzekeringsarts voldoende rekening had gehouden met de beperkingen van appellante. De Raad concludeerde dat de bezwaarverzekeringsarts had aangetoond dat appellante in staat was om arbeid te verrichten, ondanks haar psychische klachten.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv op goede gronden had vastgesteld dat appellante geen recht had op een WIA-uitkering. Het hoger beroep werd afgewezen en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken. De uitspraak werd openbaar gedaan op 29 januari 2014.