ECLI:NL:CRVB:2014:2271
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.J.A. Kooijman
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vaststelling van het bedrag voor extra ouderdomspensioen in het AEP voor appellant
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin het beroep tegen het besluit van het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Haaglanden ongegrond werd verklaard. Appellant, geboren in 1953 en werkzaam bij de brandweer, heeft in verband met de afschaffing van het Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) recht op extra ouderdomspensioen, dat door zijn werkgever in het ABP Extra Pensioen (AEP) moet worden gestort. De discussie betreft de hoogte van het bedrag dat in het AEP is gestort en de toepassing van de leeftijdsafhankelijke factor bij de berekening van dit bedrag. Het algemeen bestuur heeft in 2011 een bedrag van € 26.937,- vastgesteld, na eerder een lager bedrag te hebben vastgesteld. Appellant betoogt dat het algemeen bestuur onrechtmatig heeft gehandeld door de storting pas in 2011 te doen in plaats van in 2009, waardoor hij een rendement heeft misgelopen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het algemeen bestuur heeft voldaan aan zijn verplichtingen en dat de berekening van het gestorte bedrag in overeenstemming is met de regelgeving. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af.