ECLI:NL:CRVB:2014:2241
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering na psychiatrische expertise en medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Appellante, die zich op 16 maart 2009 ziek meldde met psychische klachten, had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. De verzekeringsarts concludeerde na onderzoek dat er geen aanwijzingen waren voor een psychiatrische stoornis. Dit oordeel werd ondersteund door een psychiatrische expertise uitgevoerd door psychiater H. Kondakçi, die op 8 maart 2011 de appellante onderzocht. De psychiater vond geen bewijs voor een psychiatrische aandoening en concludeerde dat er geen sprake was van verminderde benutbare mogelijkheden als gevolg van ziekte of gebrek.
Het Uwv heeft vervolgens vastgesteld dat appellante met ingang van 14 maart 2011 geen recht had op een WIA-uitkering, wat in een besluit van 14 april 2011 werd meegedeeld. Het bezwaar tegen dit besluit werd ongegrond verklaard in een besluit van 14 oktober 2011. De rechtbank heeft het beroep tegen dit bestreden besluit ongegrond verklaard, waarop appellante in hoger beroep ging. In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt dat zij wel degelijk psychische beperkingen had die in aanmerking genomen moesten worden.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de (bezwaar)verzekeringsartsen zorgvuldig medisch onderzoek hadden verricht en dat er geen nieuwe medische stukken waren ingediend die de eerdere conclusies konden weerleggen. De Raad bevestigde dat het Uwv op juiste gronden had vastgesteld dat appellante geen recht had op een WIA-uitkering. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.