ECLI:NL:CRVB:2014:2239
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- M.C. Bruning
- I.J. Penning
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WIA
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door mr. W.C. de Jonge, een verzoek tot herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Raad van 9 december 2011, met zaaknummer 10/4626 WIA. Het verzoek is gedaan op basis van de stelling dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) niet op een correcte medische grondslag berust. Verzoekster heeft aangevoerd dat dit pas duidelijk is geworden na de eerdere uitspraak, waarbij de medische grondslag werd onderschreven. Daarnaast heeft verzoekster gewezen op het feit dat het medicijngebruik en de bijwerkingen daarvan niet zijn meegewogen in de beoordeling van haar belastbaarheid.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 juni 2014 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening. De Raad heeft overwogen dat het rechtsmiddel van herziening enkel kan worden ingeroepen op basis van nieuwe feiten of omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in verbinding met artikel 21 van de Beroepswet. De Raad heeft vastgesteld dat in het verzoek van verzoekster, noch in het rapport van Instituut Psychosofia, feiten of omstandigheden zijn aangetoond die aan deze vereisten voldoen. Het standpunt van verzoekster komt er in feite op neer dat zij opnieuw de verzekeringsgeneeskundige beoordeling wil aanvechten, wat niet is toegestaan in het kader van een herzieningsprocedure.
Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om herziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door M.C. Bruning, met I.J. Penning als griffier.