ECLI:NL:CRVB:2014:2197
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- J.J.A. Kooijman
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Strafontslag en tenuitvoerlegging van voorwaardelijk ontslag wegens plichtsverzuim door alcoholgebruik
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen, waarin het beroep van appellant tegen het besluit van de korpschef van politie ongegrond werd verklaard. Appellant, werkzaam bij de politie sinds 1974, kreeg in 2010 een voorwaardelijk ontslag opgelegd wegens plichtsverzuim, specifiek alcoholgebruik tijdens dienst. Dit voorwaardelijk ontslag werd opgelegd na herhaalde constateringen van alcohollucht tijdens zijn dienst, waarbij appellant niet adequaat reageerde op verzoeken om een ademanalyse te ondergaan. De korpschef concludeerde dat appellant zich binnen de voorwaardelijke termijn opnieuw schuldig had gemaakt aan vergelijkbaar plichtsverzuim, wat leidde tot onvoorwaardelijk ontslag per 1 april 2011.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat de korpschef voldoende bewijs had geleverd voor het verwijt van alcoholgebruik. De Raad oordeelde dat de verklaringen van collega's en leidinggevenden over de waarnemingen van alcohollucht door appellant niet ontkracht konden worden. Appellant had de mogelijkheid om zijn alcoholgebruik te bewijzen via een ademanalyse, maar had deze kans niet benut. De Raad concludeerde dat het niet aannemelijk was dat de waarnemingen van alcohollucht een andere oorzaak hadden dan het gebruik van alcoholhoudende drank. De beslissing van de korpschef om het voorwaardelijk ontslag ten uitvoer te leggen werd derhalve bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.