ECLI:NL:CRVB:2014:2182
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herhaalde weigering bijzondere bijstand voor tandheelkundige kosten
In deze zaak gaat het om de herhaalde aanvraag van appellante voor bijzondere bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) voor nog te maken tandheelkundige kosten. Appellante had eerder, op 28 juni 2011, een aanvraag ingediend die door het college van burgemeester en wethouders van Diemen was afgewezen op 24 augustus 2011. De reden voor deze afwijzing was dat appellante voor de kosten een beroep kon doen op een voorliggende voorziening, zoals vergoedingen van de zorgverzekeraar. Op 7 september 2011 diende appellante opnieuw een aanvraag in, waarbij zij een begroting van € 2.389,39 overlegde. Deze aanvraag werd echter ook afgewezen, omdat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij geen beroep kon doen op een voorliggende voorziening.
De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond, waarbij zij oordeelde dat er sprake was van een herhaalde aanvraag zonder nieuwe feiten of veranderde omstandigheden. Appellante ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, stellende dat de aanvragen op verschillende gronden waren afgewezen en dat de inhoud van de aanvragen verschilde. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de aanvragen betrekking hadden op dezelfde kosten en dat de omstandigheden vergelijkbaar waren. De Raad bevestigde dat het toetsingskader beperkt was tot de vraag of er nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven tot toekenning van de bijzondere bijstand.
Uiteindelijk concludeerde de Raad dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren aangedragen die de herhaalde aanvraag konden rechtvaardigen. De aangevallen uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken. De uitspraak werd gedaan door Y.J. Klik, in tegenwoordigheid van I.J. Penning als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 24 juni 2014.