ECLI:NL:CRVB:2014:2169
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 juni 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 14/456 WAZ. Het hoger beroep was ingesteld door een appellant, vertegenwoordigd door G.A.V. van de Poel, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 18 december 2013. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 118,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. De gemachtigde van de appellant was herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te voldoen, met duidelijke mededelingen over de termijnen en de gevolgen van het niet betalen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig op de rekening van de Centrale Raad van Beroep bijgeschreven.
De Raad heeft geoordeeld dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de appellant niet in verzuim kan worden geacht. Bovendien bevatte het beroepschrift niet de gronden van het hoger beroep, en dit verzuim is niet binnen de gestelde termijn hersteld. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokken partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak.