Uitspraak
17 september 2009, 08/4765 (aangevallen uitspraak)
28 oktober 2013 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen. Appellante heeft hierop bij brief van 31 oktober 2013 gereageerd.
OVERWEGINGEN
€ 817,41 per maand. Over februari 2008 is bij bestreden besluit II een LGU aan appellante toegekend van € 436,36 bruto inclusief vakantiegeld. Daarbij is ervan uitgegaan dat appellante in februari 2008 naast de haar toegekende LGU een bruto inkomen had van
€ 747,77. Bij bestreden besluit II is besloten om de kosten die appellante heeft gemaakt in verband met de behandeling van haar bezwaar tot een bedrag van € 644,- te vergoeden.
€ 647,89 bruto inclusief vakantiegeld. Met bestreden besluit IV is niet geheel tegemoetgekomen aan het beroep van appellante. Daarom is ook dit besluit met overeenkomstige toepassing van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) betrokken in de procedure in hoger beroep.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- vernietigt bestreden besluit I;
- vernietigt bestreden besluit II, behoudens voor zover bij bestreden besluit II is besloten om de kosten te vergoeden die appellante heeft gemaakt in verband met de behandeling van haar bezwaar;
- vernietigt bestreden besluit III voor zover dit besluit niet is gehandhaafd bij bestreden besluit IV;
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit III voor het overige ongegrond;
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit IV ongegrond;
- veroordeelt het Uwv tot vergoeding van wettelijke rente zoals onder 7 van deze uitspraak vermeld;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 2.191,50;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 149,- vergoedt;
- bepaalt dat het onderzoek in de zaken 09/5274, 11/1991, 11/4601 en 13/5934 wordt heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over het verzoek van appellante om vergoeding van schade met betrekking tot de mogelijke overschrijding van de redelijke termijn, en merkt de Staat der Nederlanden (de minister van Veiligheid en Justitie) aan als partij in die procedure.