ECLI:NL:CRVB:2014:2140
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens onjuiste informatie over werkzaamheden en inkomsten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De appellante, die sinds 12 september 2000 bijstand ontvangt op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had onjuiste informatie verstrekt over de omvang van haar werkzaamheden en de daaruit ontvangen inkomsten. Dit leidde tot de intrekking van haar bijstand over de periode van 1 maart 2009 tot en met 30 september 2011 en de terugvordering van een bedrag van € 46.362,23.
Het college van burgemeester en wethouders van Kampen had na een anonieme melding een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening aan appellante. Dit onderzoek omvatte dossieronderzoek, waarnemingen, en gesprekken met getuigen, waaronder de eigenaar en bedrijfsleider van het naaiatelier waar appellante werkzaam zou zijn. De resultaten van dit onderzoek leidden tot de conclusie dat appellante niet alle relevante informatie had verstrekt, wat haar recht op bijstand over de betreffende periode in twijfel trok.
De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij recht had op bijstand, en dat het college terecht gebruik had gemaakt van zijn bevoegdheid om de bijstand in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen. De Raad wees erop dat het aan appellante was om aan te tonen dat zij, indien zij aan haar inlichtingenverplichting had voldaan, recht op bijstand zou hebben gehad. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de bijstandsontvanger om correcte en volledige informatie te verstrekken aan het college.