ECLI:NL:CRVB:2014:2119
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.J.A. Kooijman
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake herplaatsing van ambtenaar na reorganisatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Minister van Infrastructuur en Milieu tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had het beroep van betrokkene, een ambtenaar die zijn functie als Hoofdinspecteur van de Toezichtseenheid Goederenvervoer verloor door een reorganisatie, gegrond verklaard. De Minister had betrokkene een nieuwe functie aangeboden als senior adviseur/specialist, maar de rechtbank oordeelde dat de Minister onvoldoende had aangetoond dat deze functie passend was voor betrokkene, gezien zijn persoonlijke omstandigheden en vooruitzichten.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van de Minister behandeld en vastgesteld dat de Minister in zijn besluitvorming niet onzorgvuldig had gehandeld. De Raad oordeelde dat de functie van senior adviseur/specialist, hoewel lager gewaardeerd dan de vorige functie van betrokkene, nog steeds als passend kon worden beschouwd. De Raad benadrukte dat de Minister had voldaan aan de eisen van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) en dat er geen aanleiding was voor nader onderzoek naar andere passende functies binnen de nieuwe organisatiestructuur.
De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond. De Raad concludeerde dat de Minister voldoende had aangetoond dat de aangeboden functie redelijkerwijs aan betrokkene kon worden opgedragen, ondanks zijn onvrede over de nieuwe functie. De uitspraak werd gedaan op 19 juni 2014.