ECLI:NL:CRVB:2014:2118
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft appellante, een zorgverzekeraar, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 juni 2014 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 14/1001 AWBZ. De rechtbank had eerder op 19 december 2013 in twee zaken, 13/1394 en 13/5171, een uitspraak gedaan die door appellante werd aangevochten.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellante niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 118,- heeft betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het betalen van griffierecht een voorwaarde voor de ontvankelijkheid van het beroep. Appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te voldoen, maar heeft dit nagelaten.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van J.A. Achterberg als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet te doen.