ECLI:NL:CRVB:2014:2006
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van kinderbijslag wegens niet voldoen aan de onderhoudseis
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van kinderbijslag door de Sociale Verzekeringsbank (Svb) van appellant, die zowel de Egyptische als de Nederlandse nationaliteit heeft. Appellant ontving kinderbijslag voor zijn in Egypte geboren kinderen, maar de Svb heeft vastgesteld dat hij niet aan de onderhoudseis voldeed. De Svb heeft op 20 oktober 2010 besloten het recht op kinderbijslag te herzien met terugwerkende kracht en een bedrag van € 28.276,50 teruggevorderd. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, stellende dat hij zijn kinderen in belangrijke mate heeft onderhouden en dat zijn echtgenote en kinderen pas vanaf medio 2000 in Egypte verblijven.
De rechtbank Assen heeft het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat appellant niet op een eenvoudige wijze heeft aangetoond dat hij zijn kinderen in belangrijke mate heeft onderhouden. In hoger beroep heeft appellant opnieuw aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij niet aan de onderhoudseis voldeed. Hij heeft overboekingsbewijzen overgelegd als bewijs van zijn onderhoudsbijdragen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar uitspraak van 13 juni 2014 geoordeeld dat appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat hij zijn kinderen in belangrijke mate heeft onderhouden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de Svb terecht heeft geoordeeld dat appellant geen recht had op kinderbijslag voor de betreffende periode. De uitspraak benadrukt dat het aan appellant is om op een voor de Svb controleerbare wijze aan te tonen dat hij aan de onderhoudseis heeft voldaan. De beslissing van de Centrale Raad van Beroep is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.