ECLI:NL:CRVB:2014:1988
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over aanvraag bijstandsverlening en opgevraagde bankafschriften
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 10 juni 2014, wordt de aanvraag van appellante om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) behandeld. Appellante had op 6 februari 2012 een aanvraag ingediend, maar het college van burgemeester en wethouders van Waalre had deze aanvraag niet in behandeling genomen omdat appellante niet de gevraagde bankafschriften had ingeleverd. Het college had appellante verzocht om deze afschriften, maar appellante verklaarde dat de bankrekening waarop de afschriften betrekking hadden, was opgeheven en dat zij niet over de gevraagde documenten kon beschikken.
De Raad heeft vastgesteld dat het college ten onrechte de bankafschriften van appellante heeft opgevraagd, aangezien deze niet bestonden. De Raad heeft het hoger beroep van appellante gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De Raad heeft het college opgedragen om binnen zes weken na verzending van de tussenuitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij de aanvraag van appellante inhoudelijk moet worden behandeld. De Raad heeft daarbij opgemerkt dat, mocht de Raad de aangevallen uitspraak niet volgen, appellante bijstand zal worden verleend met ingang van de datum van de aanvraag.
Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het opvragen van gegevens door het college en de noodzaak om rekening te houden met de feitelijke situatie van de aanvrager. De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van P. Uijtdewillegen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 juni 2014.