ECLI:NL:CRVB:2014:1987
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- J.F. Bandringa
- J.M.A. van der Kolk-Severeijns
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand op basis van buitenlandse inkomsten en bankrekening
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante, die in Engeland woonachtig is. Appellante ontving van 18 maart 2009 tot en met 30 juni 2010 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand. Na een melding van de sociale recherche dat appellante in Engeland een uitkering had ontvangen, heeft de sociale recherche van de gemeente Amersfoort een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante in de periode van 25 september 2009 tot 9 december 2009 een Employment & Support Allowance (ESA) had ontvangen en vanaf 10 december 2009 een dienstverband had bij een Engelse werkgever. De sociale recherche kon echter geen bewijs overleggen van de ontvangen uitkeringen of het dienstverband, omdat de benodigde documenten als interne communicatie werden beschouwd en niet aan derden werden verstrekt.
Het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort heeft op basis van de onderzoeksresultaten besloten om de bijstand van appellante in te trekken en de gemaakte kosten terug te vorderen. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft de bezwaren ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college onvoldoende bewijs had geleverd voor de intrekking van de bijstand. De Raad stelde vast dat de informatie van de Engelse instanties niet toereikend was om een belastend besluit te rechtvaardigen. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van appellante gegrond. De besluiten van het college werden herroepen, en het college werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van appellante.