ECLI:NL:CRVB:2014:1920
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering verhoging WAO-uitkering en herziening naar lagere arbeidsongeschiktheidsgraad
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen twee eerdere uitspraken van de rechtbank Alkmaar. De appellante, die een WAO-uitkering ontving, had verzocht om verhoging van haar uitkering op basis van toegenomen arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelde dat er geen sprake was van toegenomen arbeidsongeschiktheid, en bevestigde de beslissing van het Uwv om de uitkering te herzien naar een lagere arbeidsongeschiktheidsgraad van 15 tot 25%. De Raad oordeelde dat de medische beoordeling door de bezwaarverzekeringsarts, R.M. Hulst, voldoende was onderbouwd en dat de rechtbank terecht de deskundige had gevolgd in zijn oordeel. De ingediende informatie van de behandelende artsen van appellante werd niet als voldoende overtuigend beschouwd om de eerdere beoordelingen te weerleggen. De Raad concludeerde dat de rechtbank de aangevallen uitspraken terecht had bevestigd en dat er geen aanleiding was voor schadevergoeding of proceskostenveroordeling.