ECLI:NL:CRVB:2014:1878
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over weigering WAO-uitkering en toegenomen arbeidsongeschiktheid
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 4 juni 2014, met zaaknummer 12-3976 WAO-T, wordt de weigering van een WAO-uitkering aan appellante besproken. Appellante had tot 2003 een WAO-uitkering ontvangen, maar deze werd ingetrokken omdat de mate van arbeidsongeschiktheid onder de 15% was vastgesteld. Appellante heeft in hoger beroep gesteld dat er vanaf 19 mei 2004 sprake was van toegenomen arbeidsongeschiktheid, met name door schildklierklachten en een bipolaire stoornis. De Raad oordeelt dat het Uwv ten onrechte heeft nagelaten te onderzoeken of er in 2004 sprake was van toegenomen arbeidsongeschiktheid als gevolg van de schildklieraandoening. De Raad wijst erop dat de medische grondslag van het bestreden besluit niet deugdelijk is en draagt het Uwv op om het gebrek in het besluit te herstellen of een ander besluit te nemen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling bij het vaststellen van arbeidsongeschiktheid en de relatie tussen eerdere en latere ziekteoorzaken.