ECLI:NL:CRVB:2014:1875
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- H.J. Dekker
- Rechtspraak.nl
Wajong-inkomensondersteuning en studerende-regime voor jonggehandicapten
In deze zaak gaat het om de Wajong-inkomensondersteuning voor een jonggehandicapte appellante, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 4 juni 2014 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het hoger beroep van appellante werd afgewezen. Appellante, geboren in 1993, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar inkomensondersteuning had toegekend op basis van het studerende-regime. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uwv terecht had gehandeld, omdat de wettelijke bepalingen geen ruimte bieden voor een individuele beoordeling van de scholing of studie van appellante. In hoger beroep herhaalde appellante haar gronden, maar de Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank. De Raad concludeerde dat er geen ruimte is voor een individuele beoordeling en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht het regime voor schoolgaande en studerende jonggehandicapten had toegepast, en dat het hoger beroep van appellante niet slaagde. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.