ECLI:NL:CRVB:2014:1802
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- L.J.A. Damen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling recht op Toeslagenwet (TW) toeslag voor in het buitenland wonende appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over het recht op een toeslag ingevolge de Toeslagenwet (TW) voor een appellant die in Duitsland woont. De appellant ontving sinds 1979 een arbeidsongeschiktheidsuitkering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) en had met onderbrekingen een toeslag op basis van de TW. Echter, in een besluit van 3 december 2010 heeft het Uwv meegedeeld dat de appellant per 1 januari 2010 geen recht meer heeft op deze toeslag, omdat hij buiten Nederland woont. Dit besluit werd in een beslissing op bezwaar op 23 februari 2011 bevestigd, wat leidde tot de rechtszaak.
De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, waarbij werd overwogen dat de TW een bijzondere prestatie is die niet onder de exportbepalingen van de Europese regelgeving valt. De rechtbank oordeelde dat het woonplaatsvereiste in de TW niet disproportioneel is en geen ongerechtvaardigde inbreuk op het eigendomsrecht vormt. In hoger beroep voerde de appellant aan dat de toeslag onlosmakelijk verbonden is met zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering, die wel exporteerbaar is, en dat zijn nabijheid tot de Nederlandse grens een uitzondering rechtvaardigt.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de weigering van de toeslag in overeenstemming is met de wetgeving. De Raad benadrukte dat de TW terecht op Bijlage II bis bij Verordening (EEG) 1408/71 is geplaatst, wat betekent dat de toeslag niet meer exportabel is binnen de EU. De Raad concludeerde dat de beperking van de toeslag gerechtvaardigd is en dat de argumenten van de appellant niet nieuw waren, maar eerder herhalingen van eerder besproken punten. De uitspraak bevestigde dat het hoger beroep niet kon slagen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.