Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellante had een Ziektewet-uitkering aangevraagd na een ziekmelding in 2010, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had haar per 22 november 2010 geschikt geacht voor de in het kader van de WAO-schatting geduide functies. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig en volledig was uitgevoerd. Appellante had aangevoerd dat haar beperkingen ten opzichte van de situatie in 2006 waren toegenomen en dat het Uwv onvoldoende had gemotiveerd dat zij op 22 november 2010 geschikt was voor haar maatgevende arbeid. De Raad concludeerde echter dat de bezwaarverzekeringsarts had vastgesteld dat appellante haar incontinentieklachten kon ondervangen met opvangmiddelen en dat er geen reden was om te twijfelen aan de geschiktheid van appellante voor de geduide functies.
De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om vergoeding van wettelijke rente en proceskosten af. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldig medisch onderzoek en de noodzaak voor appellanten om hun stellingen met medische gegevens te onderbouwen.