ECLI:NL:CRVB:2014:1747
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsverplichtingen en psychologische beoordeling in het kader van de WWB
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht. Appellante ontving sinds 15 augustus 2008 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en was onderworpen aan arbeidsverplichtingen. Het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen heeft in 2011 een medisch en arbeidskundig onderzoek laten uitvoeren door de HP Groep, waaruit bleek dat appellante, ondanks haar psychische klachten, in staat werd geacht om te werken, mits met begeleiding. Appellante heeft echter niet meegewerkt aan een aanvullend psychologisch onderzoek, wat leidde tot de conclusie van het college dat de volledige arbeidsverplichtingen van toepassing bleven.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging. In hoger beroep betwistte appellante dat zij in staat was om te werken en voerde aan dat haar psychische toestand niet adequaat was beoordeeld. De Raad oordeelde dat het college op goede gronden geen ontheffing van de arbeidsverplichtingen heeft verleend, omdat appellante niet had meegewerkt aan het psychologisch onderzoek. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de rapporten van de HP Groep zorgvuldig waren en dat er geen reden was om appellante arbeidsongeschikt te achten. De Raad concludeerde dat het bestreden besluit op de bevindingen van het medisch en arbeidskundig onderzoek mocht worden gebaseerd, en dat het hoger beroep van appellante niet slaagde.