ECLI:NL:CRVB:2014:1704
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van bijstand aan appellante, die sinds 19 januari 2004 bijstand ontvangt op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 29 oktober 2012. Appellante heeft verzuimd om het college van burgemeester en wethouders van Venlo te informeren over de inkomsten van haar meerderjarige kinderen, wat heeft geleid tot een schending van de inlichtingenverplichting. Tijdens een heronderzoek in september 2011 werd vastgesteld dat de kinderen van appellante inkomsten uit arbeid hadden ontvangen, die niet waren doorgegeven aan het college. Dit leidde tot een besluit van 13 oktober 2011, waarin de bijstand van appellante werd herzien en een terugvordering van € 4.855,33 werd opgelegd.
Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit gedeeltelijk gegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat appellante op de hoogte had moeten zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit de bijstandsverlening. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij niet op de hoogte was van de inkomsten van haar kinderen en dat zij de Nederlandse taal onvoldoende beheerst om de formulieren en gesprekken te begrijpen. De Raad heeft echter geoordeeld dat de schending van de inlichtingenverplichting niet anders kan worden beoordeeld, ongeacht de taalvaardigheid van appellante. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.