ECLI:NL:CRVB:2014:1634
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- E.C.R. Schut
- M.F. Wagner
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding bij indienen beroepschrift
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Goes hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Middelburg van 31 mei 2012. De Centrale Raad van Beroep heeft zich gebogen over de vraag of het beroepschrift tijdig was ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, die begint op de dag na de bekendmaking van de uitspraak aan de partijen. In dit geval was de uitspraak op 31 mei 2012 aan partijen bekendgemaakt, waardoor de beroepstermijn liep van 1 juni 2012 tot en met 12 juli 2012. Het beroepschrift werd echter pas op 16 juli 2012 ontvangen, wat betekent dat het niet tijdig was ingediend.
Appellant heeft verklaard dat het beroepschrift op 10 juli 2012 was gedateerd, gestempeld op 12 juli 2012 en per post verzonden op 12 juli 2012. Echter, de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat het beroepschrift daadwerkelijk op die datum ter post was bezorgd. De overgelegde bewijsstukken waren onvoldoende om aan te tonen dat de verzending tijdig had plaatsgevonden. De Raad concludeerde dat er geen grond was om te oordelen dat appellant niet in verzuim was geweest.
Daarom werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens werd appellant veroordeeld in de proceskosten van betrokkene, die werden begroot op € 974,-. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met J.F. Bandringa als voorzitter en E.C.R. Schut en M.F. Wagner als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 13 mei 2014.