ECLI:NL:CRVB:2014:1616
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in herziening WAZ-uitkering met betrekking tot re-integratievisie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 mei 2014 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die in hoger beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. Verzoeker had een WAZ-uitkering ontvangen, maar deze was door het Uwv herzien, wat leidde tot een lager percentage arbeidsongeschiktheid. Verzoeker vorderde schadevergoeding van € 60.000,- voor kosten van een opleiding tot fotograaf, die hij noodzakelijk achtte voor zijn psychisch herstel. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen redelijke mate van waarschijnlijkheid bestond dat de eerdere uitspraak in hoger beroep niet in stand zou blijven. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, omdat de gevorderde schade niet voldoende in verband kon worden gebracht met het onrechtmatige besluit van het Uwv. Daarnaast werden de overige geclaimde aanvullende eisen van verzoeker afgewezen, omdat deze een onomkeerbaar karakter hadden. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door M.C. Bruning, in tegenwoordigheid van griffier S. Aaliouli.