ECLI:NL:CRVB:2014:1596
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheidsevaluatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond, waarbij de appellant, die lijdt aan het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS), een WIA-uitkering was geweigerd op basis van een arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%. De Centrale Raad van Beroep heeft de bevindingen van de deskundige, die concludeerde dat de appellant in aanzienlijke mate beperkt is, gevolgd. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) niet correct was, omdat er onvoldoende rekening was gehouden met de beperkingen van de appellant. De Raad heeft vastgesteld dat de deskundige een zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat de FML, na herziening door het Uwv, nu wel in overeenstemming is met de bevindingen van de deskundige. De Raad heeft geoordeeld dat de functies die aan het besluit van 24 mei 2013 ten grondslag zijn gelegd, medisch geschikt zijn voor de appellant. Het hoger beroep van de appellant is ongegrond verklaard, en de eerdere uitspraak is bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenbeoordeling.