ECLI:NL:CRVB:2014:1583
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- A. Beuker-Tilstra
- B. Rikhof
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van eerdere uitspraken inzake huishoudelijke hulp op grond van de Wuv
Op 8 mei 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van eerdere uitspraken met betrekking tot de toekenning van huishoudelijke hulp aan verzoekster, die onder de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv) valt. Het verzoek om herziening was ingediend naar aanleiding van eerdere uitspraken van de Raad, waarbij verzoekster stelde dat zij niet het aantal uren huishoudelijke hulp ontvangt dat haar toekomt. De Raad heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die voldoen aan de cumulatieve voorwaarden van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad benadrukte dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel voor het aanvoeren van nieuwe feiten die niet eerder bekend waren.
Tijdens de zitting op 27 maart 2014 is het verzoek behandeld, waarbij verzoekster werd vertegenwoordigd door haar echtgenoot en mr. drs. H.N. Broekzitter. De verweerder, de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, werd vertegenwoordigd door A.T.M. Vroom-van Berckel. De Raad heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat de toekenning van huishoudelijke hulp op basis van de Wuv uitsluitend plaatsvindt op grond van de aanwezige beperkingen van de betrokkene en dat eerdere uitspraken al hebben aangegeven dat de grootte van de woning geen rol speelt in de toekenning van deze hulp. Het verzoek om herziening is afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechters.